Logo Free Spirits Film

Verslagen / IFFR 2013: VAN EXPERIMENTEEL TOT KLASSIEK

IFFR 2013

Zeven films gezien dit jaar op het 42e International Film Festival Rotterdam. Van het zeer experimentele 36 uit Thailand tot een echte klassieke Franse kwaliteitsfilm Cherchez Hortense van ex- filmjournalist van Cahiers du Cinema Pascal Bonitzer. Een verslag.

De keuze van zeven totaal verschillende films uit deze 42e editie toont een dwarsdoorsnede uit het diverse aanbod. Twee Franse films, Après Mai van de IFFR-bekende Olivier Assayas, en het al genoemde Cherchez Hortense , een Thaise, een luchtige Chinese familiefilm The Love songs of Tiedan, de nieuwe film van Bahman Ghobadi: Rhino season, The Gardener uit Iran en Inori (zie foto, copyright IFFR) van de getalenteerde maker van Alamar Pedro Gonzales Rubio.

APRÈS MAI van de Franse regisseur Olivier Assayas doet denken aan een van zijn beste films L’ Eau Froid ( koud water) uit 1994 over twee ontwortelde kinderen die opgroeien in de jaren zeventig. Apres Mai speelt zich af na de tijd van de studentenrevolutie in Parijs 1968. Deze roerige tijd wordt beleefd en gezien door de ogen van Gilles (Clement Metayer), een student aan de kunstacademie die zich laat overrompelen door zijn politiek actieve vrienden, die protesteren tegen autoriteiten en gezag en willen werken aan een betere wereld. Zij doen dit door graffiti met protestleuzen op de muren te spuiten, ondergrondse pamfletten te drukken en te ageren tegen de bourgeoisie. Op een gegeven moment zegt Gilles : " Ik leef in een fantasiewereld, elke keer als de werkelijkheid aanklopt, ben ik niet thuis". Knap hoe Assayas de jaren zeventig sfeer weer oproept tot in het kleinste detail. Met een levendige cameravoering, knap acteren op alle fronten en een mooie mix van rauwe beelden afgewisseld met momenten van intimiteit tussen de personages.

klassiek

Een heel andere, meer op klassiek wijze goed gemaakte Franse film is CHERCHEZ HORTENSE van de filosoof, criticus, acteur en filmmaker Pascal Bonnitzer. Daarnaast schreef hij ook nog zo’n 50 scenario’s onder andere voor Rivette en Téchine. Over een hoogleraar in Chinese cultuur met een moeizaam huwelijk( Kristin Scott Thomas), die aan zijn invloedrijke vader, een hoge diplomaat, een verblijfsvergunning moet vragen voor een illegaal Pools meisje. Later blijkt dat zij een van zijn colleges heeft gevolgd en stapel verliefd op hem is geworden, zonder dat hij het in de gaten heeft. Niet een volkomen nieuw gegeven, maar zo knap en kundig gemaakt, een film die van de eerste tot de laatste scène boeit. Met een fantastisch doorleefde hoofdrol voor Jean Pierre Bacri en mooi transparant en knap spel van Isabelle Carré.

krachtig

Goed is ook het acteerwerk in RHINO SEASON van Bahman Ghobadi (foto, Koerdistan), die furore maakte met A time For Drunken Horses en met zijn Turtles Can Fly in 2005 een Tiger award won. Rhino season lijkt op een gedramatiseerde documentaire maar is fictie, met een belangrijke rol voor Monica Bellucci ( vrouw van dichter). Over de Iraans Koerdische dichter Sahel die met zijn vrouw onschuldig in de gevangenis belandt, tijdens de Islamitische revolutie in Iran. Gebaseerd op een boek van de Koerdische dichter en vriend van de regisseur Sadeh Kamangar. Een bijzonder verhaal met krachtige beelden verteld. De wrede en inhumane behandeling in de gevangenis wordt gesuggereerd en opgeroepen met geluid, zodat het een grotere indruk maakt. Werkelijkheid en herinneringen lopen in een visueel inventieve wijze in elkaar over. Bahman Ghobadi toont zich opnieuw een van de meest interessante filmmakers van buiten Europa. Op de festival site staat dat hij geen films meer in Iran gaat maken, Rhino season is geheel in Turkije gedraaid.

sad production

Van de twee Aziatische films, 36 van de regisseur met de onuitsprekelijke naam Nawapal Thamrongrattanarit en THE LOVE SONGS OF TIEDAN van Hao Jie, is het concept van 36 interessant. Een film vertellen in 36 shots. Over een jonge fotografe die locatie foto’s maakt voor een film, maar die uiteindelijk van de harde schijf verdwijnen. De film stelt de vraag aan de orde: bestaan we nog zonder onze digitale geheugens. De uitvoering van deze experimentele film is zo minimaal dat je al snel gaat aftellen. Verveling is een doodzonde bij het film maken. Je kunt het begrip minimal movie ook overdrijven. Door een film te maken zonder enige drama, gezichts expressie of zelfs kunstzinnige beelden. Al was mijn filmmaatje Ron het daar niet mee eens. Hij vond het weliswaar ook een saaie film maar kon begrijpen dat het festival deze film had geselecteerd wegens zijn lef en eigenzinnigheid. Van zelfspot getuigt wel de naam van de producent: A Very Sad Production.

Lichter en vrolijker is de Chinese familie film met musical elementen THE LOVE SONGS OF TIEDAN. Die zich grotendeels in Mongolië afspeelt. Romantisch van toon, met af en toe wat donkere tinten. Maar aanstekelijk door het grote plezier en de humor waarmee een groot aantal karakters van jong tot oud hun verhaal vertellen. Hilarisch is het moment waarin een man een ezel imiteert. Een gedeelte speelt zich af voor de Culturele revolutie, waarin het verboden was te zingen en muziek te maken in het openbaar.

Baha i

Veel serieuzer van toon is THE GARDENER van de beroemde Iraanse regisseur Mohsen Makhmalbaf. Samen gemaakt met zijn zoon Maysam , die ook acteur is. Gedraaid low-budget met twee kleine digitale camera’s. De film laat een mooie tuin zien met mozaïeken van bloemen. Deze symboliseren de veelzijdigheid en de tolerantie van het Bahá’i geloof. Een religie die 170 jaar geleden ontsprong in Iran, daar verboden werd en in Israël weer opbloeide. Slim toont Makhmalbaf in het opvoeren van vader en zoon het generatie conflict: rust en aandacht tegenover snelheid en rusteloosheid. In het begin van de film noemt Mohsen zich een agnost, aan het einde van de film beïnvloedt door Bahá í omarmt hij het Joodse geloof, het Christelijke, het Boeddhistische en het Islamitische. Inhoudelijk de meest fascinerende film van de zeven dit jaar. Makhmalbaf woont tegenwoordig in Londen, omdat filmen in Iran een hachelijke zaak is momenteel.

verkwikkend

Een andere bijzonder mooie film is INORI van de Mexicaanse filmmaker Pedro Gonzalez- Rubio. Bekend van het wonderschone Alamar, die in 2010 een Tiger award won in Rotterdam. Hij was gevraagd door de Japanse filmmaker Naomi Kawase een film te maken in haar land. Hij besloot een documentaire te maken over het afgelegen bergdorp Kannogawa, waar slechts oudere mensen wonen. Net als in Alamar neemt Gonzalez- Rubio alle tijd om zijn zuivere, fijnzinnige gecomponeerde natuurbeelden over te brengen. Die mooi verstilde beelden worden afgewisseld met korte gesprekken met de bewoners over hun dagelijks leven. Een montere oude vrouw die gulzig haar ontbijt eet, een eenzame middelbare man die mediteert en een oude vrouw die haar pijnlijke rug laat behandelen in de enige kliniek van het dorp. Met compassie, veel geduld en een scherp oog voor detail gefilmd. Wie filmt er nog met zo’n weldadige rust en zo’n uitgebalanceerd ritme als Pedro Gonzalez Rubio? Een film als Inori werkt verkwikkend. Deze documentaire herinnert je eraan waarom je ooit totaal bevangen raakte door de magie van cinema.

Jaap Mees