Logo Free Spirits Film

Verslagen / Artistieke Integriteit/ IDFA 2011

Artistieke integriteiT

 

                                                   

                                                                                         

 

 

                                 

 

 

                                            Jos de Putter

Er zijn van die documentairemakers waarvan je zonder iets vooraf te hoeven lezen hun nieuwe film kan gaan bekijken. Omdat je weet als filmliefhebber ,dat ze je een eerlijke en goede film gaan voorschotelen. Een documentaire met artistieke integriteit, dat wil zeggen, wars van enige vorm van effectbejag. Makers die onder deze noemer vallen zijn Pirjo Honkasalo, Jos de Putter, Leonard Retel Helmrich, Jiska Rickels en Victor Kossakovsky. Om er enkele te noemen.

Op het IDFA 2011 draaien van de laatste twee filmmakers respectievelijk THE SOUND OF THE BANDONEON en VIVAN LAS ANTIPODAS! Jiska Rickels opende in 2006 het IDFA met het majestueuze FOUR ELEMENTS en draaide daarna het imponerende BABAJI, AN INDIAN lOVE STORY. Allen gefilmd door de ontvankelijke en scherpzinnige cameraman Martijn van Broekhuizen. In Nederland kennen we de bandoneón vooral van het huwelijk van prins Alexander en prinses Maxima. Tijdens de Koninklijke bruiloft speelde musicus Karel Craayenhof op de bandoneón. In Rickels documentaire worden vooral enkele bandoneon masters gevolgd. De karakteristieke Daniel Vedia,de bekende componist en bandoneónist Nestor Marconi en de bandoneón stemmer en restaurateur Oscar Fischer. Op het einde van de film komt het tot een ontmoeting tussen de musicus Vedia en de kenner Fischer. In een aangenaam rustig tempo laat Rickels deze musici in diverse gedaantes zien, als performers, reflecterend op de kracht van hun instrument en lesgevend. Afgewisseld door een prachtig rood gekleurd berglandschap en treffende shots van de kleurrijke Argentijnse omgeving. De bandoneón wordt bedreigd in zijn voortbestaan, er worden er steeds minder gemaakt. Rickels onderstreept dit in een schrijnende scéne waarin Daniel Vedia zijn leerlingen moet vertellen, dat hij geen geld meer krijgt om zijn lessen voort te zetten.

VIVAN LAS ANTIPODAS! is weer een magnifieke film van de Russische cinema magiër en IDFA ‘darling’ Victor Kossakovsky, die eerder opviel met zijn betoverende en bekroonde films als TISCHE, SVYATO. In adembenemende beelden schetst hij vier geografische tegenpolen Argentinië en China, Spanje en Nieuw Zeeland en Botswana en Rusland/ Chili. Regelmatig kantelt de camera en zo gaat geleidelijk het beeld over van het ene land naar het andere. Het eerste beeld van een huis met tolwachters in silhouet bij ondergaande zon, dat ligt aan een rivier, is bijna te mooi om waar te zijn. Een soort sprookjes beeld wat tot leven komt. In de IDFA dagkrant zegt Kossakovsky dat hij “ een hommage heeft gemaakt aan het bestaan. De mens speelt een belangrijke rol, maar ook de vogels, olifanten, vlinders, bergen, gletsjers en de rivieren. We zijn niet de enigen op de wereld, al verkeren we wel in die illusie”. Deze sublieme film, die bij uitstek de kracht van het beeld benadrukt, is volkomen terecht genomineerd voor de European Film Awards in Berlijn later dit jaar samen met De STAND VAN DE STERREN van Leonard Retel Helmrich ( IDFA dubbel winnaar 2010) en PINA van Wim Wenders.

Een documentaire om ook naar uit te kijken was LIFE? OR THEATRE? van fictie regisseur Frans Weisz. In 1981 maakte Weisz een speelfilm over de Joods-Duitse schilderes Charlotte Salomon, die om werd gebracht op 26 jarige leeftijd in Auswitsch. Vlak voor haar deportatie gaf zij haar levenswerk aan een vriendin met de woorden: ’ Bewaar het goed, het is mijn hele leven.’ In 1971 werden deze uitzonderlijke, urgente schilderingen ondergebracht bij het Joods Historisch museum in Amsterdam. Weisz met zijn uitmuntende cameraman Paul Staartjes maakte een indringende documentaire van internationaal allure, waarin hoogtepunten uit zijn film CHARLOTTE(1981) overvloeien in beelden van de werkelijkheid in het heden. Frans Weisz zei in een vragensessie na afloop, dat het hem opvalt, dat Charlotte Salomon’s uitzonderlijk expressieve werk vooral in Joodse musea in de wereld wordt vertoond, terwijl zij een universele artieste is die een groter publiek verdient.

Jaap Mees