Adi en een kampmoordenaar
Na de documentaire The Act of Killing (2012) van de Deens-Amerikaanse filmmaker Joshua Oppenheimer verschijnt nu het vervolg The look of Silence. Met als thema de gruwelijke moorden op ongeveer een miljoen Indonesiërs onder het terreurbewind van president Soeharto in de jaren zestig. De president had de steun van het leger.
‘Communisten’
Het gezicht spreekt boekdelen. Het ernstige, waarachtige gezicht van Adi (foto), de hoofdpersoon in deze urgente documentaire The look of Silence. Silence omdat gruwelijke moorden op zogenaamde ‘communisten’ jarenlang doodgezwegen werd. Iedereen die maar enige kritiek had op het regime werd bestempeld als ‘communist’. Met name boeren, vakbondsmensen en intellectuelen. Documentairemaker Oppenheimer filmt nadat hij in The Act of Killing de moordenaars in beeld bracht, nu de slachtoffers. Vooral de confrontatie van Adi, die met zijn stokoude ouders en gezin in een huis woont, met de nog levende leiders van de doodseskaders. Adi’s oudere broer werd op gruwelijke wijze gemarteld en vermoord. Adi werd zelf twee jaar na de dood van zijn broer geboren. Het gaat hem, zo zegt hij in de film, niet om wraak of revanche, maar hij wil de waarheid boven tafel krijgen. Wat is er nu echt gebeurd in een cultuur, die deze zwarte bladzijde het liefst wil verzwijgen. Sterker nog de ‘mensen’ die al deze onschuldigen op massale wijze uitroeiden, zijn vaak nu nog in posities van macht en worden als helden beschouwd.
Adi
Geen berouw
In de film, mede geproduceerd door filmmakers Werner Herzog en Errol Morris, zien we Adi die de moordenaars, nu oude mannen, opzoekt en hen vraagt naar wat ze gedaan hebben. En waarom. Hij is in het dagelijks leven een optometrist, in de film meet hij de ogen door van deze moordenaars. Dit geeft wat afleiding en zo kan hij net zo lang doorgaan met zijn metingen, totdat hij de juiste antwoorden heeft gekregen. Een mooie metafoor voor het troebele zelfbeeld van deze folteraars. In een scène zien we hoe twee beulen samen herinneringen ophalen over het afslachten van de ‘communisten’. Ze lijken er een soort satanisch plezier aan te beleven en tonen totaal geen berouw. Ze rechtvaardigen hun genocide door te zeggen dat de slachtoffers ‘ongelovigen’ zijn en moreel verderfelijk.
Wat de film zo buitengewoon maakt, is dat Adi totaal niet kwaad is of veroordelend, maar juist uiterst beheerst en kalm. Hij zoekt op bijna bovenmenselijke wijze naar verzoening, ondanks het gruwelijke verleden. In een scène spreekt hij met een moordenaar en zijn dochter. Zij hoort voor het eerst wat haar vader allemaal heeft uitgevreten. Je hoort de vader bijna van zijn voetstuk vallen, haastig biedt zij namens hem excuses aan.
Integere aanklacht
Oppenheimer filmt de vraaggesprekken zo sober en geconcentreerd mogelijk. Om veiligheidsredenen kan hij Indonesië niet meer in. Na elke gruwelijke getuigenis, laat hij de camera stilstaan bij een mooi en krachtig shot uit de natuur. Hiermee suggereert hij een verbinding van de moordenaars met hun overleden slachtoffers.
Joshua Oppenheimer heeft een buitengewoon belangrijke en moedige film gemaakt. Een integere aanklacht tegen de systematische moord op bijna een miljoen onschuldige Indonesiërs. Het doet denken aan de Holocaust. Helaas is genocide anno 2015 nog net zo actueel als je denkt aan wat er is gebeurd in bijvoorbeeld Syrië, de Oekraïne en met de Hutu en Tutsi in Afrika. Gaat het ooit gebeuren dat we in een tijd leven dat de ene mens de ander niet uitroeit?
Jaap Mees